Vriendschap in de moestuin - 11/06/2020
Coöperatieve tuin in de Jan Baptist De Keyzerstraat

Waarbij het Franse woord ‘pot’ symbool staat voor de onderlinge vriendschap en JB de afkorting van Jan Baptist is. Alice Delvaux, Marine Jaeken, Sebastian Yasse en Elionore Lefebvre, enkele leden van dit dynamische groepje tuiniers, lichten het initiatief toe.
‘Vorig jaar zijn twee groepen los van elkaar met een moestuin begonnen. Achteraan in onze tuin en die van de buurvrouw, zijn wij, enkele jonge moeders, met een paar vierkante meter moestuin en een serre gestart, licht Elionore toe. Ons ging het vooral om de vriendschap, we waren met vijf net moeder geworden’. ‘In dezelfde periode vatte Simon Altdorfer het plan op om met een moestuin te beginnen naast de schrijnwerkerij van zijn vader. Hij zocht de eigenaars van de grond op, (de kerkfabriek van Sint-Pieter), en sloot met hen op basis van een wederzijds goed gevoel een huurcontract af. Hij startte met een groepje landbouwkundige vrienden. Ze ploegden drie stroken om en bouwden eigenhandig drie watertanks die ze vulden met regenwater uit de put van een vriendelijke buur. Ze hadden het eerste jaar een schitterende oogst. Wij aten vooral tomaten en komkommers’, lacht Elionore.
Tuinieren in drie fases
‘Begin 2020 troffen beide groepen elkaar,’ zegt Marine. ‘We besloten samen verder te gaan in de J. B. De Keyzerstraat. De groep bestaat nu uit een vijftiental volwassenen en zes kinderen van wie het merendeel in de straat woont.’ ‘Simon en zijn vader zijn gepassioneerd met het project bezig. Ze delen hun ervaring met de groep. We leren al doende, stap voor stap’, vult Alice aan. ‘De eerste fase was het klaarmaken van de grond. We werken met behulp van natuurlijke principes, we proberen insecten aan te trekken die in symbiose leven met de planten en we proberen het waterverbruik minimaal te houden’, zegt Elionore.
‘We doen aan permacultuur,’ knikt Sebastian, ‘waarbij de grond dezelfde veerkracht heeft als een natuurlijk ecosysteem. In de manege van Sterrebeek zijn we paardenmest gaan ophalen om de grond te verrijken.’
‘Nadien volgde de tweede fase: het inzaaien en het inplanten. Dit jaar vertrekken we vooral van plantgoed’, vervolgt Marine. ‘We hebben met zijn allen gestemd over welke groenten we zouden telen. Een hele variëteit radijzen, maïs, komkommers, rapen, spinazie, venkel, tomaten, bieten, kervel, champignons … komt aan bod.’ ‘En dan komt fase drie: het onderhoud’, aldus Alice. ‘We hebben geen werktijdregels afgesproken. Iedereen helpt volgens zijn beschikbare vrije tijd. Gelukkig is de groep groot, want het onderhoud vraagt veel tijd. Gemiddeld werkt elk individu hier een dag of twee per maand.’
Met drie doelen
Drie gelukkige kippetjes
‘We hebben ook kippetjes. Simon en zijn vader bouwden het hok uit voorzorg op een stelling, tegen de vossen. Maar onze nieuwste aanwinst zijn de drie kippetjes die in een hok achteraan staan’, zegt Sebastian. ‘Het hok is ook op de bodem voorzien van draad. Opnieuw om de vos buiten te houden, maar dit hok hebben we ook net zo breed als de zaaibedden gemaakt. Zo kunnen we het hok verplaatsen, zodat de kippen de eieren van slakken kunnen oppikken en tegelijkertijd de grond van extra mest voorzien. We hebben de drie kippen geadopteerd via de organisatie ‘Gelukkige kippen van de boerderij’, ze komen uit een biolegbatterij. Ze zien er schriel en kaal uit. De eerste dagen dat ze hier waren, leken ze zelfs niet op kippen, zo erg waren de dieren eraan toe. Nu beginnen hun veren weer te groeien.’
Rond drie coronaregels
‘In deze tijd een gemeenschappelijke tuin opzetten, dat vraagt om wat extra organisatie’, zegt Sebastian. ‘We respecteren de socialdistanceregels. Met een beurtrol zorgen we ervoor dat we niet met te veel op hetzelfde moment in de tuin zijn. Ook gebruiken we maskers, indien nodig. We communiceren via een WhatsAppgroep en overleggen via videoconferenties. Het is anders dan we voor ogen hadden, maar het lukt wel.’ ‘En zodra het toegestaan is, willen we een buurtfeest houden’, zegt Elionore hoopvol. ‘Het is Simons bedoeling om volgend jaar een vzw op te richten, met als doel verschillende van deze projecten te begeleiden. Want we zien dat we anderen inspireren om met iets gelijkaardigs te beginnen. Misschien bereiken we op die manier ons ultieme doel: er voor zorgen dat de gemeenschap minder afhankelijk is van industrieel geteeld voedsel.’
Tekst: Karla Stoefs
Foto: © Tine De Wilde
Uit: uitgekamd juni 2020